Een historisch moment Op 2 mei 1998 bepaalden de Europese staatshoofden en regeringsleiders dat de Economische en Monetaire Unie (EMU) op 1 januari 1999 van start zou gaan met elf lidstaten van de Europese Unie (EU), waaronder Nederland. Sinds 1 juni 1998 maakt de centrale bank van Nederland, De Nederlandsche Bank N.V., deel uit van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Op diezelfde dag trad de Bankwet 1998 in werking. Daarmee ging de bijna 185-jarige Nederlandsche Bank een nieuwe fase in haar bestaan in. Taken van de Nederlandsche Bank Volgens de Bankwet 1998, die de Bankwet 1948 vervangt, heeft De Nederlandsche Bank de volgende taken: In het kader van het ESCB draagt zij bij aan het vaststellen en uitvoeren van het monetaire beleid in de Europese Gemeenschap (EG). De Bank heeft als doelstelling het handhaven van prijsstabiliteit. Onverminderd deze doelstelling ondersteunt de Bank het algemene economische beleid in de EG. De Bank houdt de officiële externe reserves aan, beheert deze en verricht valutamarktoperaties. De Bank verzamelt statistische gegevens en vervaardigt statistieken. De Bank bevordert de goede werking van het betalingsverkeer; zij verzorgt de geldsomloop, voorzover bestaande uit bankbiljetten. De Bank houdt toezicht op banken, beleggingsinstellingen en wisselkantoren. De Bank kan, na toestemming bij Koninklijk Besluit, nog andere taken uitvoeren in het algemene belang. Ook de ECB kan de Bank extra taken opdragen. De eerste twee taken vloeien volledig voort uit het Verdrag van Maastricht. Besluitvorming hierover geschiedt op Europees niveau door de Raad van Bestuur van de ECB, waarin de president van de Bank zitting heeft. Deze taken worden ook wel ESCB-taken genoemd. Bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer heeft zowel een Europese als een nationale dimensie. Ook de statistische taak vloeit gedeeltelijk voort uit het ESCB en is voor een ander gedeelte een nationale aangelegenheid. De laatste twee taken - ook wel niet-ESCB taken genoemd - zijn bij de komst van de EMU niet overgedragen aan het ESCB. De Nederlandsche Bank heeft op deze terreinen volledige zeggenschap behouden. Echter, in een Europa waarin economieën steeds nauwer met elkaar economisch verstrengeld raken, gelden veel gemeenschappelijke regels voor het bedrijfseconomische toezicht, die deels weer in wijder internationaal verband zijn afgestemd. Brochure De Nederlandsche Bank, taken en werkwijze Meer informatie kunt u vinden in de brochure De Nederlandsche Bank, taken en de werkwijze. Click hier om een exemplaar te bestellen. (160Kb) Bankwet 1998, Statuten en Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken 13 januari 1999 De Europese Centrale Bank heeft een persbericht uitgeven over de resultaten van de tweede basis-herfinancieringstransactie van het eurosysteem en informatie met betrekking tot de eerste langerlopende herfinancieringstransacties Lees persbericht >> 11 januari 1999 De Europese Centrale Bank heeft een persbericht uitgeven over de tijdelijke uitbreiding van de openingstijden van TARGET Lees persbericht >> 7 januari 1999 De Europese Centrale Bank heeft een persbericht uitgeven over de besluiten ten aanzien van de rentevoeten van de ECB Lees persbericht >> 5 januari 1999 De Europese Centrale Bank heeft een persbericht uitgeven over de eerste basis-herfinancieringstransactie van het Eurosysteem Lees persbericht >> 4 januari 1999 De Europese Centrale Bank heeft een persbericht uitgeven over de succesvolle start van Target Lees persbericht >> 3 januari 1999 De Europese Centrale Bank heeft een persbericht uitgeven over de succesvolle conversie naar de euro De Nederlandsche Bank NV Afdeling Externe betrekkingen en voorlichting 13 januari 1999 De resultaten van de tweede basis-herfinancieringstransactie van het eurosysteem en informatie met betrekking tot de eerste langerlopende herfinancieringstransacties Dit is een vertaling uit het Engels van een persbericht dat de Europese Centrale Bank (ECB) op 12 januari heeft verspreid. De tweede basis-herfinancieringstransactie Op 11 januari 1999 heeft het Eurosysteem de tweede basis-herfinancieringstransactie aangekondigd, die heden is afgerond. De operatie, die is uitgevoerd via transacties met wederinkoop tegen een vaste rente van 3%, heeft een looptijd van 14 dagen (13-27 januari 1999). Aan de transactie hebben in totaal 1068 banken deelgenomen, die bij de nationale centrale banken inschrijvingen tot een bedrag van EUR 563 miljard hebben ingediend. Het totale bedrag aan liquiditeiten dat aan het bankwezen is toegewezen, bedraagt EUR 48 miljard, hetgeen neerkomt op een toewijzingspercentage van 8,52%. Het feit dat op 13 januari 1999 met betrekking tot door de nationale centrale banken in de tweede fase van de Economische en Monetaire Unie (EMU) afgesloten liquiditeitsverruimende monetaire-beleidstransacties, een bedrag van ongeveer EUR 66 miljard afliep, is door het Eurosysteem bij het toewijzingsbesluit in aanmerking genomen. Bij het gegeven dat de aflopende transacties slechts gedeeltelijk worden vervangen door de tweede basis-herfinancieringstransactie is ook rekening gehouden met het op 13 januari 1999 bij de eerste langerlopende herfinancieringstransactie toe te wijzen bedrag (zie onderstaand). Het toewijzingsbesluit is genomen op grond van een analyse van de liquiditeitsverhoudingen in het gehele eurogebied, waarbij de nodige aandacht is geschonken aan de onzekerheden in verband met de invoering van het nieuwe stelsel. Het besluit strekt ertoe de kredietinstellingen (over het geheel genomen) in staat te stellen met geleidelijkheid te kunnen voldoen aan hun reserveverplichtingen gedurende de eerste aanhoudingsperiode, die zich uitstrekt van 1 januari 1999 tot en met 23 februari 1999. Verwacht mag worden dat, als gevolg van de invoering van de verschillende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem, de totale, dagelijks door de kredietinstellingen op rekeningen-courant aangehouden bedragen op 13 januari 1999 lager zullen zijn dan de reserves die dagelijks gemiddeld moeten worden aangehouden om aan de geschatte reserveverplichting voor de eerste aanhoudingsperiode te voldoen. Het effect van deze dagelijkse onderschrijding ten opzichte van het vereiste daggemiddelde zal worden gecompenseerd door de aanvullende liquiditeiten die via de eerste langerlopende herfinancieringstransactie op 14 januari 1999 zullen worden verstrekt. De definitieve totale reserveverplichting van de kredietinstellingen zal pas begin februari bekend zijn. Als leidraad voor de markt heeft het Eurosysteem op 4 januari 1999 een schatting van rond EUR 100 miljard gepubliceerd voor de totale reserveverplichting voor de eerste aanhoudingsperiode. Op grond van de thans beschikbare informatie, lijkt het waarschijnlijk dat het definitieve bedrag eerder iets hieronder dan hierboven zal liggen. 1 De eerste langerlopende herfinancieringstransactie De eerste langerlopende herfinancieringstransactie zal op 12 januari 1999 worden aangekondigd en op 14 januari 1999 verrekend. Zoals in de ECB-publicatie "Het gemeenschappelijke monetaire beleid in de derde fase: Algemene documentatie met betrekking tot de monetaire-beleidsinstrumenten en –procedures van het ESCB" gesteld, zijn de langerlopende herfinancieringstransacties "liquiditeitsverschaffende transacties met wederinkoop, met een maandelijkse frequentie en een looptijd van drie maanden. Deze transacties strekken ertoe tegenpartijen van aanvullende herfinanciering op langere termijn te voorzien en worden op basis van standaardtenders uitgevoerd door de nationale centrale banken. Bij deze transacties geeft het ESCB doorgaans geen signalen af aan de markt zodat normaliter de door de markt gewenste rentevoet wordt gehanteerd." In de Algemene Documentatie wordt ook gesteld dat de ECB van tijd tot tijd het bedrag aangeeft dat bij komende langerlopende herfinancieringstransacties zal worden toegewezen. Zoals door de Raad van Bestuur op 22 december 1998 aangekondigd, zullen de eerste langerlopende herfinancieringstransacties worden uitgevoerd via variabele-rentetenders, met toewijzing op basis van een enkelvoudige rentevoet. De invoering van de langerlopende herfinancieringstransacties brengt met zich mee dat het Eurosysteem parallelle tenders met drie verschillende looptijden (25 februari 1999, 25 maart 1999 en 29 april 1999) moet uitvoeren. De ECB heeft zich voorgenomen bij elk van deze parallelle tenders een bedrag van EUR 15 miljard toe te wijzen. Het totale bedrag dat de ECB zich voorstelt bij deze drie transacties toe te wijzen is derhalve EUR 45 miljard (vergeleken met EUR 25 miljard aan door de nationale centrale banken gedurende de tweede fase verrichte liquiditeitsverruimende transacties, die aflopen op de verrekeningsdatum van deze eerste langerlopende herfinancieringstransactie). Opgemerkt wordt dat, om voldoende tijd ter beschikking te hebben voor het verwerken van deze parallelle transacties, de ECB de resultaten van de tenders op 13 januari 1999 om 13:15 uur ECB-tijd (Midden-Europese tijd) bekend zal maken, in plaats van om 11.15 uur, het gebruikelijke tijdstip voor alle overige reguliere tendertransacties van het Eurosysteem. Voor de volgende langerlopende herfinancieringstransacties in de loop van de eerste drie maanden van 1999, is het bedrag dat de ECB zich voorneemt toe te wijzen eveneens EUR 15 miljard per transactie. Nadere informatie kan worden verkregen bij de Europese Centrale Bank, Press Division, Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main, tel: 00 49 69 1344 7455, fax: 00 49 69 1344 7404. De Nederlandsche Bank NV Afdeling Externe betrekkingen en voorlichting 11 januari 1999 Target: tijdelijke uitbreiding van de openingstijden Dit persbericht is een vertaling uit het Engels van een persbericht dat de ECB vandaag heeft verspreid. TARGET heeft zijn eerste week goed doorstaan en een groter aantal betalingen verwerkt dan was verwacht. Er hebben zich weinig technische problemen voorgedaan en de meeste daarvan hebben geen consequenties gehad voor de activiteiten van de gebruikers van het systeem. Van de problemen die zich hebben voorgedaan waren de meeste te wijten aan: 1) de hoge concentratie van betalingsstromen later op de dag en 2) de moeilijkheden die sommige banken hebben ondervonden bij de overgang op TARGET-regels en het opstellen van boodschappen die met TARGET verenigbaar zijn. Om die reden was aan het eind van iedere werkdag een aanzienlijk aantal betalingen niet verwerkt. Hierdoor was het aantal geweigerde betalingen groter dan verwacht. Om de banken de tijd te geven zich aan deze nieuwe omgeving aan te passen heeft het Europees Stelsel van Centrale Banken besloten dat de finale sluitingstijd van het TARGET-systeem tijdelijk, van 11 tot en met 29 januari, zal worden verlengd tot 19.00 uur (Midden-Europese tijd). De afsluitingstijd voor klantenbetalingen blijft 17.00 uur. Van deze uitbreiding van de openingstijden mag alleen gebruik gemaakt worden door banken die er niet in slagen hun laatste betalingen voor de normale sluitingstijd van 18.00 uur te verrekenen. Het gaat hier niet om een uitbreiding van de normale openingstijden van TARGET. Dientengevolge zal voor elke grensoverschrijdende betaling die plaats vindt via de uitgebreide dienstverlening EUR 15 extra moeten worden betaald. Daarnaast zal tijdens deze periode de depositofaciliteit van het Eurosysteem gedurende één uur (in plaats van 30 minuten) na de sluiting van TARGET toegankelijk zijn. Het ligt niet in het voornemen deze voorziening na eind januari 1999 voort te zetten. Op de langere termijn zal TARGET goed moeten kunnen functioneren als de banken zich aan de volgende aanbevelingen houden. Banken moeten via hun back-offices de TARGET-boodschappen nauwkeurig opstellen in overeenstemming met de geldende regels. Banken moeten via hun back-offices toezicht houden op de verrekening van betalingen via TARGET, met name gedurende de laatste uren van de dag en snel op geweigerde betalingen reageren. De front-offices moeten ruim vóór 18.00 uur geen contracten meer afsluiten voor valutering op dezelfde dag, zodat de back-offices hun betalingsopdrachten aan TARGET kunnen doorgeven voordat het systeem om 18.00 uur sluit. Nadere informatie kan worden verkregen bij de Europese Centrale Bank, Press Division, Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main, tel: 00 49 69 1344 7455, fax: 00 49 69 1344 7404. De Nederlandsche Bank NV Afdeling Externe betrekkingen en voorlichting 7 januari 1999 Besluiten ten aanzien van de rentevoeten van de ECB Dit persbericht is een vertaling uit het Engels van een persbericht dat de ECB vandaag om 18.15 uur heeft verspreid. Tijdens de heden gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur van de ECB de monetaire, financiële en economische toestand in het eurogebied bezien in het licht van haar op stabiliteit gerichte monetaire-beleidsstrategie. Op grond van de laatste economische ontwikkelingen heeft de Raad van Bestuur zijn eerdere beoordeling van de vooruitzichten voor prijsstabiliteit bevestigd. De Raad van Bestuur heeft daarom besloten dat voor de twee basis-herfinancieringstransacties die op 11 januari 1999 en 18 januari 1999 zullen worden aangekondigd dezelfde voorwaarden zullen gelden als voor de eerste, die vandaag is verrekend, d.w.z. zij zullen vaste-rentetenders zijn waarvoor een rentevoet van 3,0% is vastgesteld. De Raad van Bestuur heeft zijn voornemen bevestigd om de rentevoet voor basis-herfinancieringstransacties voorlopig op dit niveau te handhaven. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur gememoreerd dat de marginale beleningsrente en de depositorente voor de periode van 4 tot 21 januari 1999 op respectievelijk 3,25% en 2,75% waren gesteld. De Raad van Bestuur heeft zijn voornemen bevestigd om deze voorlopige maatregel te beëindigen na zijn volgende vergadering op 21 januari 1999. Tenslotte heeft de Raad van Bestuur zijn tijdens de vergadering van 22 december 1998 genomen besluit gememoreerd dat de eerste langerlopende herfinancieringstransactie, die op 12 januari 1999 zal worden aangekondigd en op 14 januari 1999 wordt verrekend, zal worden uitgevoerd als een variabele-rentetender, waarbij gebruik zal worden gemaakt van de op een enkelvoudige rentevoet gebaseerde toewijzingsprocedure. Nadere informatie kan worden verkregen bij de Europese Centrale Bank, Press Division, Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main, tel: 00 49 69 1344 7455, fax: 00 49 69 1344 7404. De Nederlandsche Bank NV Afdeling Externe betrekkingen en voorlichting 5 januari 1999 De eerste basis-herfinancieringstransactie van het Eurosysteem Dit is een vertaling uit het Engels van een persbericht dat de Europese Centrale Bank (ECB) op 5 januari heeft verspreid. Op 4 januari heeft het Eurosysteem de eerste basis-herfinancieringstransactie aangekondigd, die heden met succes is afgesloten. De transactie heeft een looptijd van 13 dagen, van 7 tot 20 januari 1999. De basis-herfinancieringstransactie werd afgesloten door middel van transacties met wederinkoop tegen een vaste rente van 3,00 procent, zoals vooraf op 22 december 1998 door de Raad van Bestuur van de ECB aangekondigd. In totaal hebben aan de transactie 944 banken deelgenomen, die aan de nationale centrale banken inschrijvingen hebben overgelegd ten bedrage van EUR 482 miljard. Het totale bedrag aan liquiditeiten dat aan het bankwezen is toegewezen bedroeg EUR 75 miljard, hetgeen een toewijzingspercentage van 15,57 procent betekent. Bij het besluit omtrent de toewijzing is in aanmerking genomen dat kredietinstellingen gedurende de eerste dagen van de derde fase een aanmerkelijk reservetekort hebben opgelopen. Het besluit om EUR 75 miljard toe te wijzen strekt ertoe voldoende liquiditeiten te verschaffen om kredietinstellingen in staat te stellen (gemiddeld genomen) betrekkelijk snel binnen de eerste aanhoudingsperiode dit reservetekort te neutraliseren. Bij het besluit omtrent de toewijzing is ook in aanmerking genomen dat door de nationale centrale banken in de tweede fase afgesloten liquiditeitsverruimende monetaire-beleidstransacties voor een totaalbedrag van EUR 185,1 miljard in de eerste weken van de derde fase aflopen. Van dit bedrag zal ongeveer EUR 75 miljard op 7 januari 1999 vervallen (d.w.z. de verrekeningsdag van de basis-herfinancieringstransactie van heden). Het heden toegewezen bedrag weerspiegelt tevens de verwachte ontwikkeling van autonome liquiditeitsfactoren zoals de bankbiljettenomloop, die naar verwachting de markt van extra liquiditeiten zullen voorzien. Het besluit is genomen op grond van een analyse van de liquiditeitsverhoudingen in het gehele eurogebied, met inachtneming van de onzekerheden waarmee de invoering van het nieuwe stelsel is omgeven. Nadere informatie op de website van de ECB (http://www.ecb.int). De Nederlandsche Bank NV Afdeling Externe betrekkingen en voorlichting 4 januari 1999 Succesvolle start van Target Dit is een vertaling uit het Engels van een persbericht dat de Europese Centrale Bank (ECB) hedenochtend heeft verspreid. Vandaag, maandag 4 januari 1999, om 07.00 uur ECB-tijd (Midden-Europese tijd), heeft het ESCB het TARGET-systeem met succes gestart. Vijftien nationale ‘real-time’ bruto vereveningssystemen (RTGS) en het betaalsysteem van de ECB zijn nu middels TARGET met elkaar verbonden; TARGET verwerkt op een veilige manier ‘real time’ eurotransacties. Het systeem is beschikbaar voor banken en hun cliënten en reeds enkele honderden grensoverschrijdende transacties zijn verwerkt. Persbericht 3 januari 1999 Succesvolle conversie naar de euro Dit is een vertaling uit het Engels van een persbericht dat de Europese Centrale Bank (ECB) heden om 17.15 uur heeft verspreid. Gedurende het change-over weekeinde heeft het ESCB het verloop van de conversie-activiteiten gevolgd bij de ECB, de nationale centrale banken (NCB’s) en bepaalde particuliere instellingen, die – in de ogen van het ESCB – de kern van de financiële infrastructuur in het eurogebied vertegenwoordigen. Informatie is op vaste tijdstippen uitgewisseld via een netwerk van communicatiepunten bij de ECB en de NCB’s. Reguliere contacten zijn ook onderhouden met andere EU en niet-EU centrale banken. Een aantal NCB´s heeft haar beoordeling van het ´change-over´-proces op nationaal niveau inmiddels bekend gemaakt.. Gedurende het volgen door het ESCB van de conversie-activiteiten die in het change-over weekeinde zijn uitgevoerd, zijn er geen incidenten gerapporteerd die een soepele start van het systeem kunnen schaden. Het ESCB beschouwt dit als een teken van de kwaliteit van het voorbereidende werk dat de afgelopen maanden en jaren door de gemeenschap van centrale banken en private financiële-marktpartijen is gedaan. Een laatste uitwisseling van informatie - voor de opening van de markten - tussen de ad hoc communicatiepunten bij de ECB en de NCB’s vindt plaats om 7.00 uur, morgen 4 januari 1999. Het ESCB zal de ontwikkelingen op de markten vervolgens nauw blijven volgen, als deel van zijn normale werkzaamheden. Nadere informatie kan worden verkregen bij de Europese Centrale Bank, Press Division, Kaiserstraße 29, D-60311 Frankfurt am Main, tel: 00-49-69-13447455, fax: 00-49-69-13447404. Nog drie weken tot de invoering van de girale euro Lezing van dr A.H.E.M. Wellink, president van de Nederlandsche Bank, voor het Jaardiner van het Haags Bankiersgezelschap, 11 december 1998. Inleiding Jonkheer Antoni Warin schreef in 1824: ´Een goed muntwezen is [..] eene der hoofdzuilen van den staat, gelijk na Godsdienst en goede zeden. Het muntwezen komt bij Warin op een derde plaats. Dat is niet onverdienstelijk, zeker als wordt bedacht dat het muntwezen zich sindsdien voorspoediger lijkt te hebben ontwikkeld dan de godsdienst en de goede zeden. Enkele jaren eerder, in 1816, was bepaald dat sommen geld in officiële stukken dienden te worden uitgedrukt in guldens en centen. Gezien de grote verscheidenheid aan muntstukken die in die tijd in Nederland circuleerden, was dit een flinke stap vooruit. Een vergelijkbare verandering ten aanzien van deze derde zuil doet zich bijna twee eeuwen later opnieuw voor, maar nu op Europese schaal. Vandaag over drie weken, op 1 januari 1999, vindt de start van de derde fase van de economische en monetaire unie (EMU) plaats. De EMU klinkt voor velen nog als een abstracte gebeurtenis, maar dat zal snel veranderen. Weliswaar zullen consumenten de euro pas over drie jaar in hun portemonnee hebben, maar velen zullen al vanaf 1 januari aanstaande op tal van wijzen met de euro te maken krijgen. Banken en andere financiële-marktpartijen zullen voor onderlinge transacties gebruik maken van de euro. Beleggers zullen merken dat de koersen van aandelen in euro worden genoteerd. Ondernemers die met andere Europese landen zaken doen, zullen ervaren dat er geen wisselkoersonzekerheid meer is. De start van de EMU betekent niet alleen één munt, maar ook één monetair beleid. Vanaf 1 januari zal een gemeenschappelijke monetair beleid worden gevoerd. De Nederlandsche Bank is, samen met de Europese Centrale Bank (ECB) en de andere nationale centrale banken die onderdeel uitmaken van het Eurosysteem, al jaren bezig dit voor te bereiden. In de aanvangsfase, toen de EMU nog op de tekentafel lag, ging het vrijwel uitsluitend om vraagstukken van beleidsmatige aard. Het bedenken van antwoorden op beleidsvragen alléén is echter niet voldoende voor een succesvolle start van de EMU. In het afgelopen paar jaren is in toenemende mate tijd besteed, ook door de directie van de Nederlandsche Bank, aan de praktische voorbereiding van de EMU. Deze praktische voorbereiding krijgt vaak weinig publieke aandacht, maar zij is cruciaal voor een goede start van de EMU. Ik wil drie aspecten van de praktische voorbereiding bespreken: juridische, systeem-technische en procedurele. Het ging om zeer concrete vragen als: (1) hoe valt te voorkomen dat half Nederland de gang naar de notaris moet maken om het hypotheekcontract te laten omzetten in euro? (2) Hoe zorgen we ervoor dat de bancaire computersystemen vanaf maandag 4 januari in euro kunnen werken en daarnaast ook nog eens guldens en euro´s uit elkaar kunnen houden? (3) Hoe gaat het aan elkaar vastklinken van de munten van de deelnemende landen per 1 januari 1999 precies in zijn werk? Wetgeving Om te beginnen het juridische aspect. De komst van de EMU heeft tot gevolg dat de bestaande wetgeving op een aantal terreinen is of nog zal worden aangepast. Als jurist van origine is het me een waar genoegen hierover iets te zeggen. Het juridische kader voor de invoering van de euro is nader bepaald in twee Europese verordeningen, die zijn gebaseerd op het EG-Verdrag. Deze verordeningen regelen onder meer dat de euro vanaf 1 januari 1999 de munteenheid is van de deelnemende landen en dat de nationale munten tijdens de overgangsperiode van drie jaar moeten worden beschouwd als onderverdelingen van de euro. Daarnaast bepalen ze dat de girale euro vanaf 1 januari 1999 wettig betaalmiddel is. Dit betekent dat de girale euro vanaf dat moment kan worden gebruikt om een schuld te voldoen. De nationale munten behouden hun status van wettig betaalmiddel tot uiterlijk zes maanden na de introductie van de chartale euro, dat wil zeggen uiterlijk tot 1 juli 2002. Ook is geregeld dat langlopende contracten in nationale valuta, zoals hypotheken, per 1 januari 2002 van rechtswege worden omgezet in euro. Daarvoor is de gang naar de notaris niet nodig. Alle overige bepalingen, zoals rentepercentages en renteherzieningsdata, blijven volledig van kracht. De Nederlandse overheid heeft stappen ondernomen om ook de nationale regelgeving voor zover nodig aan te passen. Het doel hiervan is zekerheid te scheppen voor alle deelnemers aan het maatschappelijk verkeer. Uiteraard zullen alle in wetgeving voorkomende guldensbedragen worden omgezet in eurobedragen. Dat gebeurt automatisch op 1 januari 2002. Dat zou leiden tot niet mooi afgeronde eurobedragen: 50 gulden wordt bijvoorbeeld ongeveer 22,62 euro. De overheid zal er daarom voor kiezen veel van deze eurobedragen te veranderen naar de dichtstbijgelegen ronde eurobedragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het minimumkapitaal dat nodig is om een vennootschap op te richten en voor leges, boetes en dergelijke. In onze buurlanden is dit deels al in wetgeving vastgelegd. De Nederlandse regering zal hierover in de loop van volgend jaar met de Tweede Kamer spreken. Daarnaast heeft de Tweede Kamer in november een aantal wetsvoorstellen aangenomen die per 1 januari in werking zullen treden. Zo zullen contractuele verwijzingen naar bepaalde Nederlandse rentetarieven per 1 januari 1999 worden vervangen door hun Europese equivalenten. Het Aibor-tarief, een belangrijke referentierente die met name wordt gebruikt in derivatencontracten, wordt vervangen door het Euribor-tarief. De vaste voorschotrente van de Nederlandsche Bank wordt vervangen door het tarief op een vergelijkbare faciliteit van de ECB. De verwijzing naar deze tarieven zal op zodanige wijze worden aangepast dat geen renteverandering ontstaat als gevolg van de overgang naar de euro. Met andere woorden, als de voorschotrente per 31 december aanstaande 3,3% bedraagt en het vergelijkbare tarief van de ECB op de eerste werkdag van volgend jaar bedraagt 3,2%, dan blijft het verschil (0,1%) van toepassing op het nieuwe rentetarief zolang het bestaande contract loopt. Daarmee wordt de continuïteit van contracten, zonder bevoordeling of benadeling van één der partijen, gewaarborgd. Een ander wetsvoorstel geeft emittenten van schuldtitels de mogelijkheid om vanaf 1 januari 1999 uitstaande schuld die luidt in guldens eenzijdig te redenomineren in euro. Het redenomineren in euro maakt de nominale waarde van de pakketten obligaties uit verschillende Europese landen beter vergelijkbaar. Dit is van belang voor de handel in financiële markten. Redenominatie draagt daarmee bij aan de vorming van een Europese kapitaalmarkt. De regering heeft inmiddels besloten om staatsobligaties direct na de start van de derde fase ook daadwerkelijk te redenomineren. In overleg met de banken en andere betrokken partijen is precies vastgesteld via welke methode de redenominatie zal plaatsvinden. Het komt er op neer dat voor elke individuele belegger de nominale waarde van de obligatieportefeuille wordt afgerond op een geheel eurobedrag. De banken zorgen ervoor dat de schuld per emittent als gevolg van de afronding niet verandert. De introductie van de euro gaat gepaard met de komst van Europese netwerken van betalingssystemen, die steeds vaker eisen dat betalingen door deelnemers onmiddellijk definitief zijn. Momenteel werkt een faillissement in Nederland terug tot het tijdstip 00.00 uur van de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken. Als gevolg van deze nul-uurregel zouden Nederlandse instellingen uitgesloten kunnen worden van deelname aan die internationale systemen. Twee weken geleden heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aanvaard waarmee een uitzondering wordt gemaakt op de nul-uurregel voor transacties in girale betalingssystemen. Nederland kan hierdoor op gelijke voet blijven meeconcurreren. Dit is slechts een greep uit de voorbereidingen op juridisch terrein. De juristen hebben lange tijd overuren gemaakt. Het resultaat is dat de overgang op de euro voor burgers en bedrijven geen rechtsonzekerheid zal opleveren en dat is belangrijk. Nu kom ik toe aan mijn tweede vraag: hoe zorgen we ervoor dat de bancaire computersystemen over drie weken in euro kunnen werken en ook nog eens guldens en euro´s uit elkaar kunnen houden? De omschakeling op de euro in geautomatiseerde systemen De periode van 31 december ´s middags tot 4 januari vroeg in de ochtend staat bekend als het conversieweekend. Dit is het weekend waarin de feitelijke omschakeling van geautomatiseerde systemen naar de euro zal plaatsvinden. Het gaat om systemen die gebruikt worden voor het verrichten van betalingen en het verwerken van beurstransacties. Alle EMU-landen kennen dergelijke systemen en de verschillende systemen zijn ook weer onderling gekoppeld. Het is voor het functioneren van onze economie van groot belang dat de infrastructuur voor het betalings- en effectenverkeer op de eerste werkdag na de omschakeling op de euro direct goed functioneert. De invoering van de euro wordt dan ook niet op goed geluk uitgevoerd. Begin 1998 is door DNB, de banken en de Amsterdamse effectenbeurs (AEX) een project opgezet met als doel een soepele overgang te bewerkstelligen. Voor het betalingsverkeer fungeert DNB als projectleider, voor het effectenverkeer is dit de AEX. In het afgelopen half jaar is bij DNB een groot aantal testen uitgevoerd. Na een aantal interne testen zijn in november voor het eerst ook bancaire tegenpartijen hierbij betrokken. Bij de invoering van de euro dienen immers niet alleen de interne systemen te worden aangepast, maar ook de systemen die nodig zijn voor onderlinge transacties en informatie-uitwisseling. Een aantal weken geleden heeft de Amsterdamse effectenbeurs soortgelijke testen uitgevoerd. Het testen is tot dusverre voorspoedig verlopen, ook binnen het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB). De interne overlegstructuur binnen het ESCB is adequaat gebleken. De testmanagers zijn vóór en tijdens de testperiode wekelijks bijeengekomen. Aldus is bewerkstelligd dat de coördinatie goed van de grond is gekomen, de lijnen kort waren en problemen snel verholpen konden worden. Er is serieus getest en ik heb dan ook vertrouwen in een goede uitvoering. Zelfs na uitvoerig testen kan evenwel niet worden uitgesloten dat zich in het conversieweekend technische problemen voordoen. Er is een groot aantal betrokken partijen. Betalingsverkeersystemen, effectenafwikkelingssystemen, effectenbewaar-instellingen, beurzen en de verspreiders van financiële informatie moeten immers alle binnen een zeer beperkte tijd de conversieslag maken. Daarom zullen de ECB en de nationale centrale banken de voortgang van de omschakeling tijdens het conversieweekend op de voet volgen en hierover informatie uitwisselen. Bij de Nederlandsche Bank is hiertoe een comité voor het conversieweekend ingesteld. Daarnaast is binnen het ESCB een organisatiestructuur gecreëerd om eventuele problemen in het conversieweekend snel te kunnen oplossen. De ECB-directie en de presidenten van de nationale centrale banken zullen tijdens het gehele weekend nuchter en bereikbaar zijn om zonodig, via een teleconferentie, beslissingen te kunnen nemen. In Nederland is zowel voor het betalingsverkeer als voor het effectenverkeer een Escalatiecommissie ingesteld, die bij eventuele moeilijkheden snel kan ingrijpen. Ik heb kort stilgestaan bij de juridische en systeemtechnische overgang op de girale euro. Tot slot wil ik in het kort aangeven hoe het vastklinken van de munten van de deelnemende landen in zijn werk gaat. Het vastklinken van de koersen Vanaf 1 januari 1999 heeft de eurozone één munt en één monetair beleid. Dit betekent dat de koersen waartegen de nationale valuta´s overgaan op de euro, de conversiekoersen, formeel moeten worden vastgesteld en dat voor het gehele eurogebied dezelfde officiële rentetarieven gaan gelden. Eerder dit jaar, in mei, is reeds aangekondigd dat de bilaterale spilkoersen van het EMS zullen worden gebruikt bij de vaststelling van de conversiekoersen op 31 december. Deze vooraankondiging is gedaan om bij te dragen aan het stabiliseren van de verwachtingen op de financiële markten. De precieze koers tussen de gulden en de euro kan overigens niet eerder dan 31 december aanstaande worden vastgesteld. Dit komt doordat in het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat de externe waarde van de euro, dit is de waarde ten opzichte van derde munten zoals de dollar, gelijk wordt gesteld aan die van de ecu. De centrale banken zullen er voor zorgen dat de feitelijke bilaterale wisselkoersen op 31 december tot op de zesde decimaal gelijk zijn aan de officiële spilkoersen. Op 31 december zullen, conform het Verdrag van Maastricht, de conversiekoersen formeel en juridisch bindend worden vastgesteld door de Ecofin-raad. Dit zal, op grond van het Verdrag geschieden op voorstel van de Europese Commissie en na consultatie van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank, die bestaat uit de ECB-directie en de presidenten van de nationale centrale banken. De door de Ecofin vastgestelde officiële conversiekoersen zullen omstreeks half twee in de middag van 31 december worden bekendgemaakt. Wij zijn ons er van bewust dat het voor een soepele overgang op de euro in het conversieweekend van belang is om de exacte conversiekoersen zo snel mogelijk aan de betrokken partijen ter beschikking te stellen, zonder daarbij de vereiste zorgvuldigheid uit het oog te verliezen. De belangrijkste officiële rentetarieven van de ECB, te weten het discontotarief, het lombardtarief en het repotarief, zullen per 4 januari 1999 effectief worden. Afgesproken is dat deze tarieven eind december zullen worden vooraangekondigd om de financiële markten niet tot de vroege ochtend van 4 januari te laten wachten op de vaststelling van de rentetarieven. Slot Met de praktische voorbereiding, dat wil zeggen voorbereiding op het juridische vlak, de systeemtechnische overgang op de girale euro en de vaststelling van procedures, zijn belangrijke stappen gezet op weg naar de EMU. Gezien de energie en zorgvuldigheid waarmee de voorbereiding heeft plaatsgevonden, zie ik het begin van de derde fase, die op 1 januari van start gaat, met vertrouwen tegemoet. Wat is IDEA? IDEA is vooral een elektronische gegevensbank met de organisatieschema's van alle instellingen van de Europese Unie. Naast deze elektronische vraagbaak verschijnt tweemaal per jaar een gedrukte versie in 11 talen. De elektronische versie wordt om de twee weken bijgewerkt. Daar de vertaling enige tijd vraagt, kunnen zich tussen de Franse versie en die in de andere talen echter tijdelijke verschillen voordoen. IDEA kan op drie manieren geraadpleegd worden: ZOEKEN OP DIENSTEN Definities Dienst: iedere dienst (directoraat-generaal, directoraat, eenheid, afdeling, groep, sector, enz.) die onderdeel van een instelling is. Iedere dienst kan eenduidig vermeld worden met zijn volledige naam, die op elk niveau zijn plaats binnen de instelling aangeeft. Voorbeeld: „Europees Parlement; Afgevaardigden; Commissies; Commissie Juridische zaken” is de volledige naam, „Europees Parlement” is de instelling, „Commissie Juridische zaken” is de specifieke dienst. U kunt elke dienst terugvinden die aan de ingevoerde zoekgegevens beantwoordt: Instelling: alle instellingen worden bekeken. U kunt het zoekveld beperken door uit de aangeboden lijst de naam van een instelling te kiezen. Naam van de dienst of volledige naam: hier typt u een of meer woorden die in de naam van de gezochte groep, afdeling, enz. voorkomen. Voorbeelden: Bureau voor officiële publicaties a) typt u deze tekst in het veld „Naam van de dienst”, dan is het antwoord „Commissie; Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen”. b) typt u deze tekst in het veld „Volledige naam”, dan is het antwoord hetzelfde, plus alle diensten of onderdelen die van het Publicatiebureau afhangen. Algemeen advies: Zoekt u een specifieke dienst, gebruik dan het veld „Naam van de dienst”. Zoekt u alle diensten die zich met een bepaald onderwerp bezighouden, gebruik dan het veld „Volledige naam” (maar wees niet te vaag, dat kan enorm veel antwoorden geven!). Gebruik van het sterretje (*): In plaats van een woord kunt u ook het begin van dat woord met een sterretje (*) typen. U zoekt dan op alle woorden die daarmee beginnen en in de naam van een dienst voorkomen, wat u meer antwoorden geeft. Voorbeelden: a) u typt „arbeid”. In alle antwoorden komt het woord arbeid voor, precies zoals u het getypt hebt. b) u typt „arbeid*”. In de antwoorden kan niet alleen „arbeid” voorkomen, maar ook „arbeidsverhoudingen”, „arbeidsrecht”, „arbeidsvoorwaarden”, enz. Gebruik van dubbele aanhalingstekens "......": Zet u enkele opeenvolgende woorden tussen dubbele aanhalingstekens, dan wordt gezocht op precies die reeks woorden. Laat u de aanhalingstekens weg, dan zullen in de antwoorden wel alle woorden voorkomen, maar misschien in een andere volgorde of met andere woorden ertussen. Voorbeelden: a) In het veld „Naam van de dienst” schrijft u: "Sociale zaken en werkgelegenheid" U krijgt dan als antwoord: Raad van de Europese Unie; Permanente vertegenwoordigingen; Permanente vertegenwoordiging van Nederland; Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid b) Schrijft u echter: Sociale zaken en werkgelegenheid dan krijgt u naast hetzelfde antwoord ook: Commissie; directoraat-generaal V - Werkgelegenheid, arbeidsverhoudingen en sociale zaken Maximumaantal antwoorden op het scherm: te vage zoekgegevens leiden tot heel veel antwoorden, waardoor de zoeksnelheid veel kleiner wordt. Om dat te vermijden stelt het programma een maximumaantal antwoorden voor, dat u zonodig kunt aanpassen. Zoeken: hier klikken start het opzoeken. U krijgt een lijst van diensten die aan de ingevoerde zoekgegevens beantwoorden. U kunt nu een dienst selecteren en de gegevens ervan bekijken. ZOEKEN OP PERSONEN U kunt elke persoon opzoeken met behulp van de volgende gegevens: Naam: voornaam, achternaam, deel van een samengestelde naam, begin van een naam met een sterretje (*). Voorbeelden: Willem geeft als antwoord alle personen met Willem als voor- of achternaam. Willem* geeft als antwoord alle personen met als voor- of achternaam Willem, maar ook Willems, Willemse, Willemijns, enz. Broek geeft ook Van den Broek. Functie: bijvoorbeeld het ambt dat iemand in een instelling bekleedt. U kunt hier een of meer woorden uit een functiebeschrijving gebruiken, eventueel ook een woordbegin met een sterretje (*). Voorbeeld: Directeur-generaal geeft een lijst van alle personen die als directeur-generaal vermeld staan. Instelling: alle instellingen worden bekeken. U kunt het zoekveld beperken door uit de aangeboden lijst de naam van een instelling te kiezen. Maximumaantal antwoorden op het scherm: te vage zoekgegevens leiden tot heel veel antwoorden, waardoor de zoeksnelheid veel kleiner wordt. Om dat te vermijden stelt het programma een maximumaantal antwoorden voor, dat u zonodig kunt aanpassen. Zoeken: hier klikken start het opzoeken. U krijgt een lijst van personen die aan de ingevoerde zoekgegevens beantwoorden. U kunt nu iemand selecteren en zijn gegevens bekijken.